Aantekeningen
Treffers 151 t/m 200 van 451
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
151 | Gehucht de Bruggeput | SCHERPENZEELE, Joanna Clara (I838)
|
152 | Gehuisvest te Woumen, verblijvende te Assebrouck cf huwelijksakte met Content Hélène. | DECAP, Désiré (I1176)
|
153 | Georges - Georgiana - Vera - Gadeyne Anna | GADEYNE, Anna Maria (I1190)
|
154 | Georges - Georgiana - Vera - Gadeyne Anna | SWANCKAERT, Georges (I1191)
|
155 | Georges - Georgiana - Vera - Gadeyne Anna | SWANCKAERT, Georgiana Julia Cornelia (I1253)
|
156 | Georges - Georgiana - Vera - Gadeyne Anna | SWANCKAERT, Vera Emilie Cornelia (I1254)
|
157 | getuigen : Jan Francis Strubbe, herbergier, 48 jaar, zwager van de bruidegom, wonend in Leffinge - Pieter Hellynck, landbouwer, 34 jaar, zwager van de bruid, wonend in Leffinge - Joannes Vandenbroucke, molenaar, 22 jaar, broer van de bruid, wonend in Leffinge - Henricus Faict, brouwer, 35 jaar, wonend in Leffinge | Gezin: Henricus Josephus ROTSAERT / Juliana Sophia VAN DEN BROUCKE (F1643)
|
158 | Gewettigd bij het huwelijk van haar ouders. | DEPREZ, Amelie (I4835)
|
159 | gezicht: langwerpig ogen: blauw haarkleur: zeer blond wenkbrouwen: zeer blond neus: dik mond: middelgroot lengte: 1,635 m (1 ellen, 6 palmen, 3 duimen, 5 strepen) bron: militieregisters | OPSTAELE, Jacobus Franciscus (I32)
|
160 | Ghesquiere NV | BRUYNOOGHE, Chris (I1)
|
161 | Gingen overal in west-vlaanderen tot in Brussel leuren met borstels en aanverwante artikels | VERSLYPE, Marcellus (I1164)
|
162 | Grijs haar, bruin geverfd, 90kg 1,60 m groot | OPSTAELE, Georgina Delphina (I4)
|
163 | Grondwerker | LANNOYE, Gustaaf Augustinus (I3960)
|
164 | grootte: 1,76 meter haarkleur: bruin oogkleur: bruin | DEPREZ, August Antoine Marie Irma (I3)
|
165 | Haar: Zwart Ogen: Blauw Hoogte: 1,85m Gewicht: | VERSLYPE, Marnix André (I1159)
|
166 | Had zich in de schuur opgehangen nadat hij zich overkocht had. (teveel schapen gekocht) | DEPOORTER, Ludovicus Franciscus (I30)
|
167 | Hartfalen | DEPREZ, Cyrille Achille (I426)
|
168 | Herberg 'In den Congo' | OPSTAELE, Eduard (I629)
|
169 | Hield samen met haar broer een goeddraaiende kledingzaak open. Beiden bleven kinderloos | WILLAERT, Godelieve (I5241)
|
170 | Hier had Cyriel minder kennis van en verloor hij wel wat geld. | DEPREZ, Cyrille Achille (I426)
|
171 | Hierbij enkele herinneringen die ik optekende in mijn stamboom. "De buur Mon, een ietwat oudere weduwnaar, alleen in huis, zoekt s 'avonds bij onze familie gezelschap. Er wordt vaak tot laat in de avond over allerlei "koetjes en kalfjes" gebabbeld. Vader August soms moe van een dag hard labeur zegt moeilijk neen tegen Mon. Moeder Bertha heeft er geen problemen mee. "Morgen is het opnieuw vroeg dag." en ze gaat slapen als het haar past." .... "Als de kinderen wat groter worden wil moeder een avondgebed invoeren. Mon krijgt de keuze, ofwel mee bidden of opstappen. Na enkele dagen afwezigheid staat hij er opnieuw en prevelt de gebeden mee. De gebeden verschillen nogal volgens het jaargetijde: meestal 3 onzevaders en 3 weesgegroetjes, soms een-tientje van de paternoster en in de vasten een volledige paternoster met de "mysteries" er bij. Bij uitzonderlijke kerkdagen, zoals op "Goede Vrijdag", volgen, als ze goed op dreef is, na de paternoster nog "De litanie van alle heiligen" ook." Ook herinner ik me nog dat ik met broer en zussen met de fiets naar de IJzerbedevaart Diksmuide reden en onze fietsen bij je grootmoeder Georgina mochten zetten. Tot zover over familiebanden en herinneringen. Met vriendelijke groeten Jan Opstaele | OPSTAELE, Edmond Florimond (I9)
|
172 | Hij is de zoon van De Bruyne Joannes Baptista uit Klerken en Beauprez Idonea uit Klerken. Hij werd gedoopt op 29/4/1850 met als doopheffer(s) Bekaert Carolus en Es Rosalia Opmerking(en): vader is 39, moeder 42 jaar. Natum hodie | DEBRUYNE, Amandus Josephus (I1389)
|
173 | Hij kreeg zijn 16de kind toen hij 74 jaar oud was. (bij zijn derde vrouw) | BULCKE, Joannes Jacobus (I2332)
|
174 | Hij moest 2 pond 1 schelling 2 denieren cijns (taks) betalen voor het gebruik van 1 gemet 0 lijnen 24 roeden (+/- 47 are) "vague landen genaempt den oliewal" | WULLEMAN, Christianus (I1230)
|
175 | Hij vervoerde vooral bomen die in de bossen werden gekapt naar de zagerijen in het omliggende of naar het station van Maria-Aalter | SWANCKAERT, Augustus (I1357)
|
176 | Hij was zestien jaar lang trambestuurder van 't Kamieltje (de tram) en werd daarna garde. Op 29 juni 1945 trad hij in dienst als tijdelijk agent, om op 30 november 1947 in vast verband benoemd te worden. Toen hij met pensioen ging had hij ruim 32 jaar dienst. Daarnaast was hij lid (en later secretaris) van de plaatselijke Rode Kruisafdeling. Hij was lid van het vrijwillige brandweerkorps en werd benoemd tot 'erebrandwacht'. Daarnaast was hij jarenlang conciërge voor de Boterhalle, waar hij woonde (de stedelijke feestzaal). | BRUYNOOGHE, Charles Louis (I5)
|
177 | hofstede in totaal 79 g. te Torhout, wijk Ter Espt, deels gekomen van zijn ouders Joos Bruynooghe x Castincken Vlaeminck en bij uitkering van Judoca Bruynooghe x -Passchier Caffin, Janneken x Anthonius Vanden Bussche, Maeyken x Jan Mergaerdt; Bronnen: RAB, Wijnendaele - nr. 397 f. 22, Staten van Goed Brugse Vrije III nr. 961 | BRUYNOOGHE, Cornelis (I77)
|
178 | Hoofdman van de Ambacht | STORME, Gasparus (I1812)
|
179 | Hospitaal te Ieper | PLATTEEUW, August (I4338)
|
180 | Hospitaal, in bezit van bidprentje | DEGRENDEL, Henricus (I4334)
|
181 | Houtem bij Veurne | ALDERWEIRELDT, Henricus Josephus (I4353)
|
182 | Houtzager | MYNY, Jacobus (I429)
|
183 | http://users.telenet.be/scoutsfilatelisten/vanhillenet/stamboom.htm | VAN HILLE, Cornelia Theresia (I3452)
|
184 | https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/11865 Woonplaats gezin Bruynooghe - Opstaele van 1951 t.e.m op pensioenstelling Charles Bruynooghe) | BRUYNOOGHE, Christine Annie Maria Cornelia (I2)
|
185 | Huwelijk: PRH blz. 109 Begrafenis: PRB blz. 917 | HACX, Judocus (I4823)
|
186 | Huwelijkscontract 24/03/1937 te Ichtegem bij Notaris Joseph Dekeyser | Gezin: Cyrille Achille DEPREZ / Godelieve Alice VANHOVE (F119)
|
187 | huwelijkscontract: notaris VANDERHEYDE te Leffinge op 30-9-1908 | Gezin: Edmond Florimond OPSTAELE / Honorina Maria MOLLET (F4)
|
188 | Ijzerlaan 21 | BRUYNOOGHE, Charles Louis (I5)
|
189 | In 1779 belandde Joannes enkele weken in de gevangenis te Brugge nadat hij op heterdaad betrapt was op het stelen van hout uit het bos te Jonkershove | VERSLYPE, Joannes Dionisius (I2182)
|
190 | In de periode omstreeks 1749-1756 stond de armendis van Klerken in voor het onderhoud van Bregitta Verslyppe, «i»eene oude ende impotente weduwe«/i». Jacobus Maes werd in deze periode door de dis vergoed omdat hij haar 8 jaar onderdak verschafte. Rond 1756 bekostigde de dis ook haar uitvaart en begrafenis. \\f3 | VERSLYPE, Brigitta (I2834)
|
191 | In het werk 'De Blankaart, mensenwil, mensenwerk', G.Vandenbroucke en P.Bossu, 2011 lezen we volgende getuigenis van André over zijn werk in de eendenkooi. 'Telkens ik eenden wil gaan vangen in de kooi, steek ik thuis op mijn erf eerst een sigaret op. Op basis van de rookpluim die met de wind meedrijft, bepaal ik welke pijp ik ga gebruiken om eenden te vangen. Eenden zwemmen meestal tegen de wind in. Als ze bij onraad opvliegen doen ze dat ook het liefst tegen de wind in om zo snel hoogte te nemen. De truc bestaat erin om de eenden zo dicht mogelijk tgegen de gekozen vangpijp te krijgen. We mùoeten er dus op letten niet gezien te worden en geen lawaai te maken. Daarom is de vijver afgezet met rieten matten en moet ik heel dikwijls het pad rond de kooivijver vegen. 2en krakend takje op het pad is voldoende om de eenden op te schrikken. De vangtijd in de kooi is open van 15 oktober tot eind januari, maar eigenlijk is er het het hele jaar door werk aan de kooi. Het pad moet vrij gehouden worden; wind, regen en overstromingen kunnen de rieten wanden kapot maken zodat de kooi weer moet worden opgebouwd. De vangfuiken moeten regelmatig hersteld worden, de netten genaaid. Aks het vriest, moet je de vangpijpen ijsvrij houden om te kunnen blijven vangen. De lokeenden moeten gevoederd en geregeld gekortwiekt worden en de vangpijpen mogen niet dicht groeien.Die lokeenden zijn enorm belangrijk want je kan geen wilde eenden vangen zonder lokeenden.Ik had er 2 soorten de blijvers en de vliegers. De blijvers zijn echte tamme eenden, veel bastaarden ook, waarvan de meeste gekortwiekt zijn en op en rond de kooivijver blijven. Dan zijn er de vliegers : eenden die heel mak zijn geworden omwille van het voedsel ter plekke blijven maar zich niet laten vangen. Ze vliegen regelmatig weg de broeken in . Maar dat is precies interessant, want ze komen altijd terug en brengen dan steeds andere echte wilde eenden mee. We gaan meestal in de voormiddag kooien. Dan zijn er nieuwe eenden uit de broeken komen aanvliegen en op de kooivijver komen zitten omdat ze denken dat het er veilig is. Naargelang het weer, vooral de wind en de vrieskou, kunnen we één of twee keer kooien. Als alles echt meezit, lukt het ons tot vier of vijf keer. We werken bijna altijd met twee, t.t.z. drie, want ik neem altijd mijn hondje mee. Eenden zijn nieuwsgierige dieren. We trainen ons hondje erop dat hij nu en dan langs de vangpijpen te voorschijn komt. Het kleine hondje met zijn pluimstaart lokt zo de eenden tot aan de ingang van de vangpijp. We hebben ons hondje ooit nog kleren aangetrokken om de eenden nieuwsgierig te maken. Ik blijf achter de coulissen in de buurt van mijn hondje en mijn assistent gaat aan de ingang van de vangpijp zitten. Als er daar voldoende eenden verzameld zijn, geef ik een teken. Hij springt dan te voorschijn en zwaait met zijn jas of met een stuk oud laken om de eenden te doen schrikken. De eenden vliegen op, voorwaarts tegen de wind in verder de vangpijp in, tot ze niet meer verder kunnen en ik een valluik kan dichtklappen. De eenden zitten gevangen in de fuik. Daar pakken we ze, draaien ze met een korte beweging de nek om en stoppen ze in een jutezak. Mijn lokeenden kennen het systeem, die blijven meestal zitten. Diegene die toch de vangpijp zijn ingegaan, herkennen we wel. Die worden uiteraard niet de nek omgewrongen maar weer losgelaten. Soms assisteren mijn oudste kinderen mij. Ook de barones is me nog komen helpen. Ik word in natura betaald voor het onderhoud van de kooi en voor het kooien. In het begin mocht ik een derde van de eenden voor mezelf houden , de rest voerde ik naar het kasteel of naar de poelier. Later mocht ik de helft houden.' André Decap stopte met kooien nog voor het wettelijke verbod in 1972. Dit was,omstreeks 1958-1959. André Decap was ook één van de laatste getuigen van de visserstraditie van de bewoners van de Rhille en de Vijfhuizen. Hij vertelde dat voor de 1ste wereldoorlog zijn grootvader Valentin en zijn vader Désiré wekelijks een kruiwagen vis leverden aan de vismijn te Ieper. Zij bewaarden en vervoerden de vis in een beun, een halve ton van 50 liter, die zij haalden in de brouwerij van Merkem. In het deksel boorden zij luchtgaatjes. Bron : Bijdragen tot de geschiedenis van Woumen, J. Vlamynck, 1983 | DECAP, André Maurice (I1188)
|
192 | In overlijdensakte staat rentenier en schepen dezer gemeente | VANDEN BUSSCHE, Joannes Bernardus (I502)
|
193 | Interwest | BRUYNOOGHE, Chris (I1)
|
194 | Inv.nummer: ERF 6 1901 Film nummer: 244 Volgnummer: 353 Item nummer: 146870 Erfenisaangifte | OPSTAELE, Jacobus Franciscus (I32)
|
195 | Jacob (22j) & Marie Therese (18j), 2 van de 4 k.v. Wybo David (z.v. Maryn) & De Gheselle Cornelie (d.v. Jan). Voogden: Coudeville Joannes (gehuwd met een zus van de wezen Wybo Godelieve) & Jonckheere Jacob (z.v. Jan). Ze erven van hun moeder, + 27-11-1750 te Varsenare (onroerend goed te Bekegem en Zedelgem). De vader als bezitter. Akte van 06-12-1753. Ze erven van hun volle zus Wybo Godelieve, huisvrouw van Coudeville Joannes (z.v. Lodewyck), + 23-01-1753 te Varsenare (een part in het onroerend goed van hun moeder). Bezitter: Coudeville Joannes. Tegelijk is sprale van sieur Wybo Jacob als voogd i.p.v. Coudeville J. | WYBO, Jacobus (I5899)
|
196 | Jacob werd begraven met een uitvaart met drie lezingen («i»cum«b»«/i» «/b»«i»officio trium lectionem«/i») wat erop wijst dat hij maatschappelijk eerder tot de lagere klasse behoorde. In de parochierekeningen van Klerken van eind de jaren 1680 en van de jaren 1690 vinden we Jaecques Verslype herhaaldelijk als iemand die door geldgebrek (insolventie) zijn parochiekosten moeilijk kon betalen. Enkele malen wordt hij in deze rekeningen vermeld als Jaecques Verslyppe «i»d'oude«/i», om hem te onderscheiden van zijn zoon Jaecques Verslyppe«i» de jonghe «/i»die in deze periode«i» «/i»ook herhaaldelijk vermeld wordt als insolvent. | VERSLYPE, Jacobus Senior (I1401)
|
197 | Jan Stubbe was ook schapenboer en deed een rondgang met een kudde schapen door het dorp. Wie zou de hoofdman die toen toch een belangrijk figuur was durven tegenhouden? Zijn voorganger als hoofdman was Pieter Defraeye en die was in het gehele niet akkoord met nog een kudde schapen in Westkerke. Samen met Joos Defraeye en Pieter Hack (x Petronille Defraeye) diende hij klacht daarover in bij Het Brugse Vrije. Het lijkt een soort politieke twist of misschien een soort familieruzie te zijn geweest. (Een hoofdman werd niet verkozen maar benoemd) De aanklager Pieter Defraeye was ooit dooppeter van een zoon van Joannes Stubbe die dan ook de naam Pieter kreeg. Bovendien trok hoofdman Stubbe zich blijkbaar niets aan van andermans eigendom. 'Hij ging met zijn schapen door ieders land' aldus de klacht. Bij de klagers waren ook nog Sigismond Stroobandt en Justus Hoevenaeghel die wellicht ook schade hadden geleden. Volgens een regelement van de Brugse Vrije mocht er slechts één kudde schapen zijn wanneer de parochie minder dan 2000 gemeten groot was. Dit om overlast en vele andere moeilijkheden te vermijden. Westkerke was ongeveer 1812 gemeten groot. (bron: Gestella Krantje 2021, jaargang 43, nr 2) | STUBBE, Joannes (I2044)
|
198 | Jan Yperman Ziekenhuis | CARREIN, Maria (I1540)
|
199 | Jan Yperman ziekenhuis te Ieper | LAPERE, Lucienne (I1288)
|
200 | Jeronimus (19j), Pieter (17j), Jan (9j), Adriaen (4j), Pauwels & Joanne Therese (13j), k.v. Van Hove Jeronimus (z.v. Jeronimus) uit zijn 3de huwelijk met Van Male Janneken. Voogden: Van Hove Jeronimus (rechtsweer van de vader, wonend te Oostkamp) & Van Male Adriaen (broer van de moeder, wonend te Zedelgem). Ze erven van hun vader, + november 1693 te Loppem (onroerend goed te Loppem en Oostkamp). De moeder als bezitster. Merk op: van De wees (van') Jacob Haneca en Van Hove Mary (dochter van de vader uit zijn 1ste huwelijk) zijn mede-eigenaars van hetzelfde onroerend goed. Akte van 26-06-1766. De wees erft van zijn maternele halfbroer Jonckheere Sebastiaen (z.v. Christiaen), + 01-01- 1766 te Snellegem (geen onroerend goed). Rendant: Duysburgh Philips. | VANHOVE, Joannes Baptiste (I828)
|